Rechtsongelijkheid U BETAALT ZORGPREMIE OVER INKOMEN WAT NIET VAN U IS en ..... vanaf 01.01.2020 meer Belasting!
Wie worden er gestraft:
Alle mensen die van de echt gescheiden zijn en het met hun ex-partner te verrekenen of te verevenen pensioen niet door hun pensioenuitvoerder laten uitkeren, maar dat zelf doen.
Betreft in principe alle mensen die gescheiden zijn na 27 november 1981 en voor 1 mei 1995 en alle mensen die gescheiden zijn na 1 mei 1995 en 'vergeten' zijn te verzoeken aan de pensioenuitvoerder het deel namens hen uit te keren aan de ex-partner.
En alle mensen die alimentatie moeten betalen ....
Waar wordt dat door veroorzaakt:
Het met uw ex-partner te verrekenen/verevenen pensioen wordt gezien als door u genoten inkomen en zou van uw inkomen afgetrokken moeten worden voordat een bijdrage vastgesteld wordt. Dat gebeurt dus niet!!!!
Hoe wordt u gestraft:
U betaalt over (verzamel)inkomen wat niet van u is Zorgpremie.
U betaalt over uw inkomen in Box 1 de Inkomensafhankelijke Bijdrage, dus ook over inkomen wat niet van u is!
Doordat uw inkomen hoger wordt vastgesteld ontvangt u minder Zorgtoeslag.
Verzamelinkomen
Volgens de aangifte Inkomstenbelasting is het Verzamelinkomen:
Het totale inkomen uit werk en woning in box 1 verminderd met de persoonsgebonden aftrek. Te verrekenen pensioen is naar mijn mening geen persoonsgebonden aftrek.
Toetsingsinkomen
Het jaarinkomen is het zogenaamde toetsingsinkomen. Het toetsingsinkomen is gelijk aan het verzamelinkomen voor de inkomstenbelasting. Het verzamelinkomen is het totaal van de inkomsten uit Box 1, 2 en 3.
Het inkomen van uw toeslagpartner of medebewoner telt ook mee. Internationaal vrijgesteld inkomen telt ook mee.
Bijdragegrondslag Zorgverzekeringswet
Niet alleen de bijdragegrondslag volgens artikel 43 van de Zorgverzekeringswet wordt te hoog vastgesteld, maar ook de drempel voor o.a. het aftrekken van Specifieke Zorgkosten wordt te hoog vastgesteld
Bepalen drempel zorgkosten
U mag alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat uitkomt boven een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van uw drempelinkomen. Uw drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3 zonder uw persoonsgebonden aftrek.
Persoonsgebonden aftrek: Te verrekenen pensioen + zorgkosten. Met andere woorden het totale inkomen uit werk en woning.
Drempel 2020: 1,65% van het verzamelinkomen, met een minimum van € 136,- per volwassene. Voor het gedeelte dat hoger is dan € 41.765 bedraagt de drempel 5,75%.
Alleen als uw pensioen verevend wordt via de pensioenuitvoerder gaat het goed!
Geen apart vak in aangiftebiljet inkomstenbelasting (fiscus ziet te verrekenen pensioen als alimentatie)
De aftrek van het te verrekenen pensioen wordt door de Nederlandse Staat gezien als "Alimentatie" en als zodanig ook behandeld. Er is ineens geen sprake meer van het verrekenen van salaris. Immers het pensioen wat je opgebouwd hebt werd altijd gezien als uitgesteld salaris!
Ruim 30% van alle mensen die gescheiden zijn na 1 mei 1995 hebben het pensioen niet laten verevenen door een pensioenuitvoerder. Dat kan te wijten zijn aan verschillende oorzaken:- zijn daar niet door hun advocaat op attent gemaakt,
- dachten dat de advocaat of mediator dat voor hun geregeld had,
- dachten dat de pensioenuitvoerder dat automatisch voor hun geregeld had,
- stond in het convenant en dan was het toch geregeld,
- zijn het expres vergeten.
Gescheiden voor 1 mei 1995
Het aan uw ex-partner uit te keren pensioen zou in feite van uw onzuiver inkomen afmoeten. Het aan uw ex-partner uit te keren pensioen is voor u immers geen inkomen. Voor mensen die gescheiden zijn na 1 mei 1995 en het verevende pensioen rechtstreeks door de pensioenuitvoerder laten uitkeren wordt dat automatisch geregeld. U vindt het pensioen niet in de jaaropgaaf terug (is al in mindering gebracht).
Als u gescheiden bent voor 1 mei 1995, wordt u door uw pensioenuitvoerder niet in staat gesteld om namens u het pensioen aan uw ex-partner uit te keren. De pensioenuitvoerder weigert om haar medewerking te verlenen, kan daar wetteliijk ook niet toe gedwongen worden.
PAS OP: Indien de pensioenuitvoerder wel haar medewerking verleent, wordt het te verrekenen pensioen in mindering gebracht op het netto uit te betalen bedrag. Het wordt door de pensioenuitvoerder dus niet opgenomen in de jaaropgaaf. U dient het bedrag alsnog in uw aangifte voor de Inkomstenbetalsting op te nemen!
Gescheiden na 1 mei 1995
Voor mensen die na 1 mei 1995 van de echt gescheiden zijn en het verevenende pensioen zelf uitkeren aan de ex-partner is zonder meer sprake van een rechtsongelijkheid, worden door de Nederlandse Staat gewoon gediscrimineerd.
Mijn mening:
De Nederlandse Staat eet van twee walletjes.
Of de uitkering van het pensioen nu door de pensioenuitvoerder gebeurt of door de verzekerde zelf, voor de Nederlandse Staat zou dat naar mijn mening kostenneutraal moeten zijn. Over hetzelfde uitbetaalde pensioen wordt nu twee keer zorgpremie geheven, dus beide ex-partners betalen. Het één keer uitbetaalde pensioen weegt twee keer mee in verschillende huishoudens voor het vaststellen van de drempel voor aftrek van de Specifieke Zorgkosten.
Het Boon van Loon arrest is uiteindelijk de basis geweest voor de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding. Het is uitermate merkwaardig om vast te stellen dat de Nederlandse Staat het heffen van zorgpremies afhankelijk gemaakt heeft van de vraag of het met de ex-partner te verrekenen of te verevenen pensioen door de pensioenuitvoerder wordt uitgekeerd of rechtstreeks uitgekeerd wordt door de ene aan de andere partner.
Of men nu gescheiden is voor 1 mei 1995 of na 1 mei 1995, in beide situaties gaat het om inkomen dat opgebouwd is tot de datum scheiding en op de pensioendatum verevend of verrekend dient te worden met de ex-partner.
De Wet- en Regelgeving dient zo snel mogelijk aangepast te worden en zo mogelijk met terugwerkende kracht.
Vakstudie Inkomstenbelasting 2001:
Het pensioen wordt dan in zijn geheel volgens art.3.80 wet IB 2001 jo. art.3.81 Wet IB 2001 jo. art. 2. eerste lid, Wet LB 1964 jo. art. 10 Wet LB 1964 bij de pensioengerechtigde in de belastingheffing getrokken. De andere ex-partner heeft in dat geval echter volgens art.2. zesde lid. WetVPS jegens de pensioengerechtigde een recht op uitbetaling van de helft van de pensioentermijnen voorzover deze voortvloeien uit aanspraken die tijdens het huwelijk tot het moment van scheiding zijn opgebouwd. Bij de ex-partner wordt deze 'doorbetaling' volgens art. 3.101, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001 in de belastingheffing betrokken als een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende periodieke uitkering. Bij de pensioengerechtigde wordt deze 'doorbetaling' volgens art. 6.3, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 als onderhoudsgave tot de PGA aftrekposten gerekend.
Het door te betalen pensioen wordt voor de drempelberekening wel in aanmerking gekomen omdat deze berekening voorafgaat aan de aftrek van de PGA. De conclusie is derhalve terecht dat daardoor een drempelberekening zodanig kan uitpakken dat een aftrek van bijvoorbeeld ziektekosten niet meer mogelijk is.De conclusie is ook terecht dat de facto over niet afgetrokken kosten een heffing berekend wordt.
Wetgeving tot op heden (22.05.2021) hier nog steeds niet op aangepast
2014.04.24 - Brief verstuurd naar De Minister van Financien over dit onderwerp.
Gevraagd om de Wet- en Regelgeving aan te passen
2014.06.02 - Beantwoord door de Algemeen Directeur Belastingen namens de Staatssecretaris van Financien.
Doet verzoek af als het verzoek tot het toepassen van de hardheidsclausule. Heeft het in zijn antwoord alleen over de groep gescheiden tot 1 mei 1995 en vergeet gemakshalve de groep(en) na 1 mei 1995.
2014.06.05 - Opnieuw brief naar de Staatssecretaris van Financien.
Verzoek nu specifiek gericht op mensen gescheiden na 1 mei 1995.
2014.07.24 - Wordt wederom beantwoord door de Algemeen Directeur Belastingen namens de Staatssecretaris
Geeft aan dat de wetgever niet heeft voorzien in een aparte regeling voor de situatie van de groepen zoals ik die bovenstaand aangegeven heb. De wetgever heeft uitdrukkelijk gekozen voor een systeem dat uitvoerbaar is en zo min mogelijk uitzonderingen bevat. Verwijst tevens naar een brief van 5 december 2008 van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarin de Tweede Kamer geinformeerd over de dubbele zorgpremie. Geeft aan dat de Tweede Kamer geen reden zag de Wetgeving op dit punt aan te passen.
NB. In de brief wordt niets vermeld over alle inkomensafhankelijke premies of drempels zoals bijvooorbeeld de drempel voor het aftrekken van Specifieke Zorgkosten.
2014.09.25 - Brief verstuurd naar het College voor de Rechten van de Mens
Verzocht aan het College of zij met mij van mening zijn dat de wettelijke regels voor gelijke behandeling overtreden zijn en in hoeverre zij ervoor kunnen zorgen dat onze wetgever stappen neemt om de rechtsongelijkheid weg te nemen.
2014.10.06 - College voor de Rechten van de Mens verstuurd brief naar PensioenScheiden
Het College heeft niet de bevoegdheid om individuele klachten over mensenrechten in behandeling te nemen, tenzij de klacht valt onder het bereik van de gelijkebehandelingswetgeving. In deze situatie wordt aangegeven dat er sprake is van zogenoemd 'eenzijdig overheidshandelen' en dat valt niet onder de gelijkebehandelingswetgeving. Onder eenzijdig overheidshandelen vallen handelingen die behoren tot de typische taken van de overheid, zoals het uitvoeren van regelgeving en wetten. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever geweest om dergerlijke handelingen buiten de rijkwijdte van de gelijkebehandelingswetgeving te laten vallen, met uitzondering van onderscheid op ras bij de sociale bescherming.
Dat betekent overigens niet dat het de overheid vrij staat te discrmineren. Zo kan eenzijdig overheidshandelen -door de rechter- worden getoetst aan het algemeen geformuleerde discrminatieverbod, zoals neergelegd in artikel 1 van de Grondwet en in verdragen waarbij Nederland partij is.
Wat kunt u doen zolang de wetgeving hierop niet is aangepast
Als alleen u of uw ex-partner aan u uitkeert, helemaal niets. Als u beiden aan elkaar uitkeert, met uw ex-partner afspreken, als dat mogelijk is, om het aan de ex-partner uit te keren bedrag te verminderen met de te verrekenen uitkering van de ander. Hier zitten wel wat haakjes en oogjes aan. Op het moment dat het te verrekenen pensioen wijzigt, als gevolg van indexatie of bijvoorbeeld gekort wordt, dient het te verrekenen pensioen aangepast te worden. Over en weer dient u aan te geven met welk percentage het te verrekenen pensioen is aangepast.
EN DAN DIT:
De Belastingdienst past een stevige pensioenkorting toe op lopende pensioendoorbetalingen vanaf 01-01-2020, voor zover het bruto pensioeninkomen meer is dan € 68.507,00! Men zou denken dat “Datkanniewaarzijn” . Echter het is helaas waar!
Het betreft enkele duizenden gepensioneerden, gescheiden tussen 1981 en heden, op wiens situatie o.a. het beroemde Boon van Loon arrest van toepassing is. De pensioenkorting op grond van de nieuwe belastingwet loopt op met 7% vanaf 1 januari 2020 tot 24,5% tot 2024.
Volgens het Boon van Loon arrest betaalt de gescheiden partner 50% van de tot de datum scheiding door hem of haar opgebouwde pensioenen door aan de ex partner. Dit ouderdomspensioen verhoogd met de wettelijke indexeringen wordt doorbetaald aan de ex partner.
De Belastingdienst heeft tot de inwerkingtreding van de nieuwe Belastingwet in 2020 de ontvangen pensioenbetaling voor de ex partner qua belastingdruk gelijkgesteld aan de doorbetaling van dit pensioen. Hierdoor ontstond een fiscaal neutrale doorbetaling, waardoor dubbele belasting werd voorkomen. Vanaf 1981 tot 2020 heeft deze methodiek goed gefunctioneerd.
Onder de nieuwe belastingwetgeving wordt doorbetaling van het ouderdomspensioen (de fiscus blijft dit zien als alimentatie) gezien als een gefaseerd af te bouwen aftrekpost. De consequentie hiervan is dat er een extra belastingdruk ontstaat voor de gescheiden partner die, op grond van Van Boon en Loon, is verplicht tot doorbetaling van zijn pensioen. Deze belastingdruk loopt op van 3,5% in 2020 tot 12,5% per 2024. Om dezelfde fiscaal-neutrale situatie te bereiken zou degene die verplicht is tot doorbetaling van het ouderdomspensioen een korting van 7% tot 24,5% moeten gaan doorberekenen op het bruto door te betalen pensioen aan de ex partner. Dit kan er toe leiden dat er een stap naar de rechter moet worden gezet om deze kosten te neutraliseren. Dit laatste brengt dan proceskosten met zich mee, vraagt veel tijd en emotionele belasting voor alle partijen. Bovendien is er ook onzekerheid over de uitkomst van een gerechtelijke procedure. In de praktijk zal de ontvanger van het totale pensioen worden geconfronteerd met deze pensioenkorting.
Noot PensioenScheiden 24.05.2021 14.08: Pensioen dient altijd bruto doorbetaald te worden. Te betalen loonheffing (Lees IB) kan nimmer in mindering gebracht worden. Is immers een persoonsgebonden aftrek!
Maximaal af te trekken pensioen (pensioenkorting) in:
Jaar | Pensioenkorting | Resteert af te trekken |
2020 | 54% | 46% |
2021 | 57% | 43% |
2022 | 60% | 40% |
2023 | 62,95% | 37,05% |
Uit de kamerstukken, die door het ministerie van Financiën zijn overhandigd aan de Tweede Kamer, blijkt dat de motivatie die ten grondslag ligt aan de gefaseerde aftrek gebaseerd is op gelijktrekking van het voordeel voor de hogere bruto inkomens met die voor de lagere inkomens. Dit is een redelijke motivatie. De pensioendoorbetaling conform Boon van Loon kende echter qua inkomstenbelasting, noch een voordeel als een nadeel. Het valt op dat de indiener van het wetsvoorstel deze pensioendoorbetaling niet expliciet heeft gemeld als zijnde een aftrekpost die voor gefaseerde afbouw in aanmerking komt. De Tweede Kamer heeft naar mijn mening ook nimmer vragen gesteld of de pensioendoorbetalingen op grond van Boon van Loon wel in het rijtje expliciet vermelde aftrekposten geschaard moet worden.
De belastingdienst heeft bij navraag aangegeven de pensioendoorbetaling als aftrekpost gelijk te scharen aan partneralimentatie, die conform de nieuwe belastingwetgeving gefaseerd wordt afgebouwd.
De vraag die hierbij gesteld moet worden is: is het te verrekenen of te verevenen ouderdomspensioen conform Boon van Loon of de Wet VPS wel onderdeel van het persoonlijk bruto inkomen van de ontvanger van het totale pensioen en derhalve ook geen aftrekpost zoals de Belastingdienst definieert?. In mijn optiek is dit niet het geval. Het betreft louter een zuivere doorbetaling conform o.a. de geest van het Boon van Loon arrest.
Noot PensioenScheiden 24.05.2021 14.30: De Nederlandse Fiscus (lees Nederlandse Staat) gaat hier nogmaals zwaar in de fout, door fiscaal de ex-partner te benadelen die, door wat voor oorzaak dan ook, zijn pensioen niet verevend heeft via de pensioenuitvoerder. Ex-partners gescheiden voor 1 mei 1995 kunnen hun pensioen geeneens verrekenen via de pensioenuitvoerder! Naar mijn mening is geen sprake van een persoonsgebonden aftrek en mag de korting fiscaal niet doorgevoerd worden!
De pensioendoorbetalers met een hoger bruto pensioeninkomen dan € 68.507,- worden financieel ernstig gedupeerd en wel op basis van ondeugdelijke argumenten. Opgemerkt dient ook te worden dat deze groep gedurende hun werkzame leven partneralimentatie heeft betaald gedurende 15 jaar of langer. Vanaf 2008 zijn hun pensioenen (overwegend) niet geïndexeerd waardoor deze groep volgens het CBS al het zwaarst qua koopkracht verlies is getroffen in de afgelopen 12 jaar.
Noot PensioenScheiden 24.05.2021 14.35: Maak het wettelijk mogelijk dat ex-partners die tot dusver hun pensioen niet verevend (Wet VPS) of verrekend (Boon van Loon/arrest) alsnog hun pensioen via de pensioenuitvoerder kunnen verevenen of verrekenen!
Noot PensioenScheiden 24.05.2021 14.45: Het zou pensioenuitvoerders sieren als zij vooruitlopend op het aanpassen van de wetgeving hierop, rechtstreeks gaan uitkeren. Het levert voor beide ex-partners louter voordelen op!
Bovenstaand stuk m.b.t. de aftrekposten op uw aangifte werd mij aangereikt door de heer D.M. en is door mij hier en daar aangepast.
Laatst aangepast : 4 juni 2021
Pensioeninkomen | Pensioenverrekening | Pensioenverevening | Alimentatie kind | Alimentatie ouder | |
Welke box | |||||
Verzamelinkomen | |||||
Toetsingsinkomen | |||||
Loonheffing | |||||
ZvW max | |||||
Anw max 34.712 | |||||
Wlz max 34.712 | |||||
Loonheffing |
Terug naar: PensioenScheiden op Open Brief 2015.10.10