Terug naar: Indexpagina PensioenScheiden

PensioenScheiden
                                                                                                9 februari    2022
P. G. J. Jung                                                                                               
Van Harenstraat 10                                                                                   
8471 JD  WOLVEGA                                                                                 

Onderwerp: ABP stelt nabestaandenpensioen te laag vast. Ex-partner krijgt teveel. De nieuwe partner te weinig!

Bijgaand (en onderstaand) treft u een (relatief technische) brief aan waarvan de inhoud voor zichzelf spreekt.

Kort samengevat:
Het ABP heeft in het nabestaandenpensioen voor een specifieke groep deelnemers een grove fout gemaakt. Het gaat om deelnemers die voor
1 januari 1996 van de echt gescheiden zijn en opnieuw gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap aangegaan zijn.
De ex-partner krijgt teveel nabestaandenpensioen en de huidige partner of de weduwe, als de deelnemer overleden is krijgt te weinig nabestaandenpensioen. In onderstaand voorbeeld gaat het om een deelnemer die in 2020 is overleden en waar de weduwe dus een te laag nabestaandenpensioen ontvangt!

Voorbeeld: Gescheiden 02.02.1989 – Het nabestaandenpensioen van de ex-partner is verhoogd met alle salarisaanpassingen tot 01.01.1996 op basis van de dienstjaren tot 02.02.1989. Vervolgens is het pensioen van de ex-partner verhoogd vanaf 01.01.1996 op basis van de slapers-indexatie* tot de dag van overlijden   De weduwe van de deelnemer ontvangt een nabestaandenpensioen vanaf de datum van het overlijden van de deelnemer verminderd met het volledig aangepaste bijzondere nabestaandenpensioen van de ex-partner. De ex-partner heeft ten onrechte alle salarisaanpassingen tot 01.01.1996 ontvangen en de niet gereglementeerde indexeringen vanaf 1 januari 1996.

Slapers-indexatie*: Is alleen van toepassing op gewezen deelnemers/uit dienstgetreden deelnemers. De actieve deelnemer die nog steeds onder
het ABP valt, krijgt deze indexaties niet.   

Er is echter sprake geweest van een enorme begripsverwarring. Onder de Abp-wet werden ook ongehuwde samenwonende deelnemers aangemeld. Het nabestaandenpensioen van deze samenwonende deelnemers werd geen nabestaandenpensioen genoemd maar Bijzonder Nabestaandenpensioen.
In de Abp-werd omschreven op welk Bijzonder Nabestaandenpensioen de partner van de samenwonende deelnemer aanspraak maakte en deze aanspraak is dus ook toegekend aan de ex-partner, terwijl in de Abp-wet omschreven staat dat alleen het opgebouwde nabestaandenpensioen tot de datum scheiding in mindering gebracht mag worden.

Afgelopen maandag probeerde ik met een deelnemer op  MijnABP te achterhalen waar zijn huidige partner aanspraak op maakt als hij komt te overlijden.  De deelnemer wordt binnenkort 90 jaar en maakt zich bezorgd dat zijn huidige partner niet rond zou kunnen komen van haar nabestaandenpensioen.  Omdat hij geen Uniform Pensioenoverzicht kon overleggen hebben we via DigiD ingelogd op MijnABP.  Op de website van het ABP stond de mededeling die aangaf dat er tot nader orde geen informatie (meer) te vinden is over het nabestaandenpensioen. Er wordt verwezen naar de klantenservice.  

Mogelijk wordt dit veroorzaak door de inhoud van bijgaande brief, waar het ABP tot op heden nog niet heeft willen reageren.

Alle pensioenen van nabestaanden onder het ABP, waarbij gelijke omstandigheden van kracht zijn, zullen opnieuw bekeken en aangepast moeten worden. Om het ABP hiertoe aan te zetten, vraag ik uw hulp.  Alleen is het lastig om zo’n grote organisatie in beweging te krijgen, hoezeer je ook gelijk hebt en in je recht staat. Kunt u dit onrecht melden op de door u gebruikte kanalen? Zodat we het ABP op die manier kunnen dwingen tot correctie en een juiste uitvoering van de wet?

In 2 van de 3 dossiers die ik momenteel in behandeling heb gaat het om weduwen die de laatste jaren vele malen contact gezocht hebben met het ABP en met een kluitje het riet zijn ingestuurd.

Dank voor uw aandacht. In afwachting van uw antwoord

Met vriendelijke groet,
Peter Jung, Pensioenspecialist

Eigenaar van PensioenScheiden
KvK 08056094

Noot PensioenScheiden 04.03.2022: Bovenstaande mail is als een soort voorloopmail meeverzonden naar alle onderstaande adressen

Verstuurd per mail aan:

De Hoge Raad der Nederlanden
De Nationale Ombudsman
De Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen
Het Nederlands Verbond van Verzekeraars
De Nederlansche Bank N.V.
Omroep Max
Peet Vogels ( Journalist)
Pieter Omtzigt (Tweede Kamer)

PensioenScheiden                                         KLACHT  (VERVOLG!)                                        Wolvega, 12 januari 2022
P. G. J. Jung                                                                                               
Van Harenstraat 10                                                                                   
8471 JD  WOLVEGA                                                                                 

Stichting Pensioenfonds ABP                                                                        
T.a.v. de heer ........
Postbus 4804
6401 JL   HEERLEN

Betreft:  Vaststellen nabestaandenpensioen van een deelnemer die voor 1 januari 1996 van de echt gescheiden is, opnieuw in het huwelijk getreden is en daarna overleden.

Noot PensioenScheiden 08.02.2022: Ook van toepassing op nog niet overleden deelnemers                   

Geachte heer ........,

Vanaf april 2021 ben ik bezig om duidelijkheid te verkrijgen wat een nabestaande als een actieve-, gewezen-, of gepensioneerde deelnemer die voor 1 januari 1996 één of meerdere malen van de echt gescheiden is en nadien kom te overlijden, ontvangt aan nabestaandenpensioen.

De antwoorden die u verstrekte met uw brieven van 11 mei 2021 (algemeen) en 19 oktober 2021 en 24 december 2021 (klantnummer ......) gaven geen algehele duidelijkheid.  De verstrekte antwoorden liepen volledig uit de pas in vergelijking met bijvoorbeeld de op dat moment geldende Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW), zonder dat hiervoor een aannemelijke verklaring gegeven werd.

De heer R. gaf in zijn mail van 7 december 2021 aan dat het nabestaandenpensioen correct is vastgesteld en geheel in overeenstemming zou zijn met de inhoud van het pensioenreglement en leidend blijft, waarop ik aansluitend gevraagd heb, waar gereglementeerd staat dat het bijzonder nabestaandenpensioen op het moment van scheiding mag afwijken van het bijzonder nabestaandenpensioen  waar het ABP uiteindelijk rekening mee houdt. In uw brief van 24 december 2021 geeft u hier geen antwoord op.

Naar ik begrepen heb, wordt de toename van het bijzonder nabestaandenpensioen vanaf datum scheiding tot aan het moment van overlijden in mindering gebracht op het nabestaandenpensioen van de weduwe van de deelnemer, dit in afwijking van bijvoorbeeld de PSW, waarbij de toename van het bijzonder nabestaandenpensioen niet wordt meegenomen. Daarom  is algehele duidelijkheid gewenst.

Mijn onderzoek beperkt zich voornamelijk (voorlopig) tot alleen de Abp-wet, zoals deze tot de privatisering van het ABP, t.w. 1 januari 1996 van toepassing was. 

Wat opvalt is de begripsverwarring! 

Het bijzonder nabestaandenpensioen onder de Abp-wet heeft een totaal andere betekenis dan onder de PSW.  Uit artikel A5 blijkt dat als een ambtenaar een man of vrouw aanmeld waarmee hij een samenlevingscontract heeft, het te verzekeren nabestaandenpensioen kennelijk bijzonder nabestaandenpensioen genoemd werd.


Blz. 2 Brief PensioenScheiden aan ABP                                                    12 januari 2022

 

In artikel G4 staat dat de man of vrouw recht heeft op
bijzonder nabestaandenpensioen als op de dag van het vonnis door de rechtbank de echtscheiding uitgesproken zou zijn.  

Wat opvalt is dat als datum scheiding niet de dag van de inschrijving in de registers van de Burgerlijke Stand bedoeld wordt, maar dat dat de dag is, waarop de scheiding door de rechtbank uitgesproken is.

Noot PensioenScheiden 07.07.2022 18.28: In feite hanteert het ABP in afwijking van wat hier geformuleerd staat, de dag waarop de scheiding ingeschreven is in het huwelijksregister van de Burgerlijke Stand. Is dat nu wel juist?

Wat ook opvalt is dat in de Abp-wet geen expliciete hoofdstukken over ontslag en scheiding opgenomen zijn.  In de begripsomschrijvingen het begrip scheiding niet beschreven staat.

In artikel H1.1  staat duidelijk vermeld dat het pensioen van de nabestaande van een ambtenaar 5/7 van het pensioen bedraagt , waarop de ambtenaar recht of uitzicht zou hebben gehad, indien hem met ingang van de dag na die van zijn overlijden ontslag was verleend, of als hij reeds was ontslagen, indien zijn recht op wachtgeld met ingang van de dag na die van zijn overlijden was geëindigd.

Noot PensioenScheiden 07.07.2022 18.23: Dit impliceert dan toch ook dat het Nabestaandenpensioen hooguit aangepast kan worden met indexeringen zoals die toegekend worden aan een gewezen deelnemer!

In artikel H5.1 staat vermeld dat het bijzonder nabestaandenpensioen bedraagt in de gevallen bedoeld in artikelen H1 tot en met H3 evenveel als het nabestaande pensioen in die gevallen bedraagt, met dien verstande dat voor de berekening van het ambtenarenpensioen of van het reeds toegekend ambtenarenpensioen, waarvan het bijzonder nabestaandenpensioen wordt afgeleid, slechts de diensttijd meetelt die is gelegen vóór de ontbinding van het huwelijk dan wel voor het tijdstip waarop de aanmelding is doorgehaald.

Artikel H5.1 is uitsluitend van toepassing op een ambtenaar die samenwoonde, zoals beschreven in artikel A5 van de Abp-wet.  Het artikel geeft dus aan dat de partner waarmee de ambtenaar samenwoonde alleen aanspraak op nabestaandenpensioen had gebaseerd op de dienstjaren tot de datum van overlijden.

De begrippen nabestaandenpensioen en bijzonder nabestaandenpensioen zijn in de Abp-wet door elkaar heen gebruikt en dat heeft tot en met heden geleid tot een fout met verstrekkende gevolgen.  

De begripsverwarring heeft er toe geleid dat alle salarisaanpassingen na de datum scheiding met terugwerkende kracht tot datum in dienst, ten onrechte toegekend zijn aan de ex-partner.

Met betrekking tot het aspect indexering blijf ik met het ABP duidelijk van mening verschillen. Tot 1 januari 1996 voerde u een wet uit. Een wet laat geen ruimte voor eigen interpretaties, tenzij deze gesteund worden door een arrest al dan niet van de Hoge Raad.

Vanaf 1 januari 1996 geldt het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.  Vanaf 1 januari 1996 valt het ABP volledig onder de PSW.

Blz. 3 Brief PensioenScheiden aan ABP                                                    12 januari 2022

 


In uw brief van 24 december 2021 geeft u het volgende weer:
één van uw uitgangspunten is dat ABP degene wiens pensioen wordt verdeeld als gewezen deelnemer ziet, vanaf de datum van de echtscheiding.
Ten aanzien van het Ouderdomspensioen en Bijzonder Nabestaandenpensioen stelt ABP dan een ´slapersaanspraak` vast. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de opbouw van het pensioen tot aan de datum echtscheiding

Door het Abp mag alleen rekening gehouden worden met indexeringen op het Bijzonder Nabestaandenpensioen als deze ook daadwerkelijk gereglementeerd zijn.

Zolang geen sprake is van een wettelijke indexering, mag het ABP deze indexeringen op het bijzonder nabestaandenpensioen niet in mindering brengen op het nabestaandenpensioen van de weduwe van de overleden ambtenaar.

Het nabestaandenpensioen van de dames B en L zal zo spoedig mogelijk gecorrigeerd dienen te worden.

Het heeft uiteraard ook gevolgen voor alle pensioenen van nabestaanden waarbij gelijke omstandigheden van kracht zijn. Ik verneem graag van u op welke wijze alle betrokken nabestaanden door u geïnformeerd worden.  


Ik verneem van u,  
hoogachtend,

P.G.J. Jung
PensioenScheiden