2021.10.08 Brief ABP aan M. Pensioen-Consultancy / Support
Onderwerp: Bijzonder Nabestaandenpensioen ex-partner ambtenaar
Geachte heer M,
Namens uw cliënte vroeg u ABP naar de reden van het (grote) verschil tussen de aanspraak op (Bijzonder) Nabestaandenpensioen in de biref van 31 december 2020 aan de betrokken ambtenaar en het feitelijk Nabestaandenpensioen, zoals getoond in het Uniform Pensioen Overzicht 2018.
Antwoord ABP: verschillende uitgangspunten
Het verschil tussen beide bedragen kan als volgt worden verklaard. De vaststelling van de aanspraak op Nabestaandenpensioen in de opgave aan de ambtenaar is op basis van andere uitgangspunten dan de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de feitelijke - in het UPO getoonde - aanspraal op Nabestaandenpensioen. Ik zal dit verder toelichten.
Hoe berekent ABP een voowaardelijke uitkering?
ABP verstrekt op verzoek van de deelnemers een opgave voor een voorwaardelijke uitkering. Met deze opgave kunnen deelnemers (lees:partijen) een afspraak maken over het verrekenen van pensioenen, overeenkomstig het Arrest van de Hoge Raad ('Boon-van Loon'). De opgave is gebaseerd op bepaalde uniforme uitgangspunten, waarbij ABP aansluiting heeft gezocht bij het destijds geldende systeem van de ABP-wet. Dit heeft ABP gedaan omdat verrekening van pensioen op basis van het 'Arrest Boon-van Loon' van toepassing is op scheidingen voor1 mei 1995. En toen gold de ABP-wet.
Ontvangt ABP een verzoek om een opgave van een voorwaardelijke uitkering, dan wordt degene wiens pensioen moet worden verrekend als 'gewezen deelnemer' gezien. Ten aanzien van het Ouderdomspensioen- en Nabestaandenpensioen stelt ABP een zogenaamde 'slapersaanspraak' vast. ABP houdt alleen rekening met de opbouw van het pensioen tot aan de einddatum van het huwelijk. En er vindt geen groei meer plaats aan de hand van de carriere ontwikkeling van de deelnemer.
Wel worden de aanspraken nog geïndexeerd, vanaf einde huwelijk tot aan moment dat de klant om een berekening van een voorwaardelijke uitkering vraagt. De aldus berekende aanspraken worden naar een contante waarde (CW) omgerekend, waarna de CW van het Ouderdomspensioen wordt verminderd met de CW van het Nabestaandenpensioen. Zie hiervoor de brief van 31 december 2020.
Noot PensioenScheiden 01.10.2022 14.41: Artikel G 4 van de Abp-wet geeft aan dat de ambtenaar op de dag van het vonnis, waarbij de echtscheiding is uitgesproken, zou zijn overleden. Een ambtenaar die overleden is, komt niet meer in aanmerking voor initiële dan wel carriere stijgingen van het salaris.
Het in de opgave van 31 december 2020 vermelde Ouderdoms- en Nabestaandenpensioen is vastgesteld aan de hand van de berekeningsgrondslagen (BG's) 1984 en 1985, de jaarinkomens die golden in de twee jaren voorafgaand aan het jaar van de echtrscheiding. Als het gaat om de vaststelling van een 'slapersaanspraak' dan schreef de ABP-wet deze berekeningsmethodiek voor. De BG's 1984 en 1985 worden tot en met 2003 aangepast aan de algemene salarismaatregelen. En op 1 januari 2004 wordt vervolgens de 'eindloonaanspraak' vastgesteld. Deze eindloonaanspraak wordt dan nog geïndexeerd, vanaf 2004 tot aan de datum van het verzoek.
Noot PensioenScheiden 01.10.2022 14.47: In feite wordt bovenstaand aangegeven dat in de opgave van 31 december 2020 rekening is gehouden met de initiële salarisstijgingen en geen rekening is gehouden met de indexeringen zoals van toepassing op een gewezen deelnemer.
Berekening aanspraak Nabestaandenpensioen in het UPO
Op basis van het Pensioenreglement ABP moet het feitelijk Nabestaandenpensioen voor de ex-partner worden berekend aan de hand van de
BG 1995. De tot aan de datum van echtscheiding opgebouwde pensioenjaren worden dus berekend met deze BG 1995. Meestal is het feitelijk Nabestaandenpensioen dan hoger dan het Nabestaandenpensioen dat ABP berekent ten behoeve van de vaststelling van de voorwaardelijke uitkering. Dit is vrij bijzonder. Maar dat heeft wél tot gevolg dat het feitelijk recht op nabestaandenpensioen voor de ex-partner lager is dan het Nabestaandenpensioen dat voor berekening van de voorwaardelijke uitkering werd berekend.
Noot PensioenScheiden 01.10.2022 16.18: In feite ontstaat een kromme situatie. Volgens de PSW artikel 8 lid 2, kan het premievrij opgebouwde Nabestaandenpensioen zoals vastgesteld op datum scheiding niet verlaagd worden. Op basis van de berekeningsgrondslag 1995 is het Bijzonder Nabestaandenpensioen voor de ex-partner ten onrechte verlaagd.
Heeft ABP een te hoog nabestaandenpensioen gehanteerd in de opgave aan de ambtenaar?
Deze vraag beantwoord ABP ontkennend. Zoals reeds aangegeven: met de voorwaardelijke uitkering heeft ABP de aanspraken tot aan einde huwelijk berekend als een 'slapersaanspraak' overeenkomstig de bepalingen van de destijds geldende ABP-wet. Dit is een reële waardering van de aanspraak op de datum van de scheiding, toen die wet nog gold.
Dat doet niet af aan het feit dat op basis van het Pensioenreglement voor de ex-partner een aanspraak op Nabestaandenpensioen is berekend, die lager is dan het bedrag aan Nabestaandenpensioen dat ABP ten behoeve van de opgave van 31 december 2020 heeft berekend. Het bedrag aan Nabestaandenpensioen dat ABP heeft gehanteerd voor de CW-berekening blijft naar de mening van ABP een reële waardering van de aanspraak op moment scheiding.
Samenvatting en tot slot
De uitgangspunten van de berekende bedragen aan Nabestaandenpensioen verschillen. Dit leidt tot een verschil in de aanspraken op Nabestaandenpensioen.
Het Nabestaandenpensioen dat in de opgave van 31 december 2020 is berekend ten behoeve van de CW en de voorwaardelijke uitkering, is niet onjuist. Maar het is uiteraard aan de gescheiden partijen om een afspraak te maken over de verrekening van de pensioenen. Dat kan op basis van de opgave van ABP, maar het kan ook anders. Daar staat ABP buiten. ABP verstrekt op verzoek en eenmalig een opgave die gebaseerd is op bepaalde uitgangspunten. Verder gaat de servce van ABP niet.
Noot PensioenScheiden 01.10.2022 16.27: Formeel heeft het ABP natuurlijk gelijk, als ze stellen dat het aan de gescheiden partners is om een afspraak te maken over het te verrekenen pensioen, en dat dat kan op basis van de opgave van het ABP, maar dat dat ook anders kan. In feite geeft het ABP aan dat ze alles zo duidelijk gecommuniceerd hebben dat beide ex-partners precies weten hoe het pensioen bij het ABP in elkaar steekt en dat ze op basis van die kennis ook een andere afspraak kunnen maken.
Noot PensioenScheiden 01.10.2022 16.34: In feite verklaart het ABP dat ze niet aangesproken kunnen worden op de verstrekte opgaven, ook al zijn deze volslagen fout! Hoe dek ik mezelf in!
Ik ga ervan uit u met deze informatie van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groet, namens ABP
Manager Pensioenuitvoering
Terug naar PensioenScheiden of PensioenWeetjes