Betreft: Wettelijke of algehele conversie

Wettelijke conversie:
50% van de waarde van het ouderdomspensioen, opgebouwd tijdens de huwelijkse periode, wordt tezamen met de waarde van het Bijzonder Nabestaandenpensioen omgezet in een zelfstandig ouderdomspensioen op de pensioendatum* van de meeverzekerde ex-partner.

Algehele conversie:
50% van de waarde van het ouderdomspensioen, opgebouwd tijdens de huwelijkse periode, vermeerderd met 50% van de waarde van het Bijzonder Nabestaandenpensioen wordt omgezet in een zelfstandig ouderdomspensioen op de pensioendatum* van de meeverzekerde ex-partner.

Algehele conversie staat niet in de Wet VPS en het verzoek om dat toe te passen, wordt daarom veelal afgewezen. Algehele conversie kan nagebootst worden, door het vereveningspercentage aan te passen.

Wettelijke conversie staat in de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding omschreven. Als u (wettelijke) conversie wilt toepassen, dient u vooraf toestemming te vragen aan de pensioenuitvoerder.

Pensioenfonds ABP weigert om algehele conversie toe te passen, omdat zo zeggen zij dit niet in de Wet Verevening Pensioenrechten wegens scheiding vermeld staat**. Overigens is het ABP wel bereid om aan uw wens tegemoet te komen.
De vereveningspercentages kunnen zo omgerekend worden dat algehele conversie nagebootst kan worden.
Het ABP geeft echter wel aan dat deze berekening door u zelf uitgevoerd dient te worden.

Pensioenfonds ABP geeft verder aan dat alleen hele percentages geaccepteerd worden.

Om de berekening te kunnen maken dient u aan het ABP een opgave te vragen van de opgebouwde aanspraken op het moment van de scheiding en de daar tegenover staande contante waarde (lees: reserves). Wat daarnaast belangrijk is dat u aan de betrokken pensioenuitvoerder vraagt, met welke factor de korting op het ouderdomspensioen berekend wordt.

Waarom is dat nodig?

De contante waarde van het vereveningsdeel, het deel wat aan de meeverzekerde ex-partner toekomt, wordt berekend aan de hand van een factor die gebaseerd is op twee levens.

Ingeval van conversie wordt rekening gehouden met 50% van de ouderdomspensioenaanspraken opgebouwd tijdens de huwelijkse periode en de daarbij behorende contante waarde. Door het ABP wordt overigens aangegeven dat deze factor niet gebaseerd is op de Wet Verevening pensioenrechten bij scheiding*, maar het ABP is van mening dat deze factor moet worden gehanteerd om de juiste contante waarde vast te stellen. De vereveningsgerechtigde zou namelijk alleen van dat pensioen hebben kunnen genieten als hij nog met de vereveningsplichtige getrouwd zou zijn na pensionering van de plichtige en voor zolang de plichtige nog leeft. Na conversie berekent het ABP de korting op het ouderdomspensioen. Deze korting is lager dan het vereveningsdeel dat voor de berekening van de contante waarde voor conversie in aanmerking genomen is, maar dat betekent volgens het ABP niet dat zij voor de conversie niet zijn uitgegaan van het vereveningsdeel en de daarbij behorende contante waarde. Het vereveningsdeel en de korting die het ABP op het ouderdomspensioen na conversie toepast, kunnen niet op één lijn worden gesteld, dat zijn volgens het ABP twee verschillende grootheden.

Het ABP maakt als conversie afgesproken wordt van de Wet Verevening pensioenrechten een verzekering. Ouderdomspensioen is naar mijn mening een verzekering op één leven. De uitkering is alleen afhankelijk van het feit of betrokkene in leven is. Nee, zegt het ABP, als je van de echt scheidt en wil converteren houden we geen rekening meer met een uitkering op één leven, maar op twee levens, die van beide ex-partners.

Overigens is ABP niet de enige die dit doet. Zorg en Welzijn past dit ook toe.

* Tot 1 januari 2015 werd als pensioendatum voor de vereveningsgerechtigde altijd de 65-jarige leeftijd gehanteerd. Na deze datum zijn pensioenuitvoerders overgegaan op pensioendatum 67 jaar. Of daarmee voor nieuwe scheidingen ingeval van conversie ook 67 jaar als pensioendatum genomen wordt, is mij niet duidelijk, net zo min of deze datum als deze toegepast is, vervroegd mag worden tot 65 jaar.

** Het ABP meet met twee maten:
Het vereveningsdeel bij conversie baseren alsof sprake is van een uitkering op twee levens, staat niet in de Wet VPS, maar wordt wel door het ABP toegepast. Een datum die afwijkt van de oorspronkelijke datum scheiding wordt ook afgewezen met hetzelfde argument: staat niet omschreven in de Wet VPS.

 

PensioenScheiden, 07 november 2016

 

Terug naar: PensioenScheiden