HET GROTE BEDROG

Backservice werkgevers vanaf 2 oktober 1957 tot ?????
Hoge Raad 2 oktober 1957, BNB 1957/290: De backservice kan ineens ten laste van de fiscale winst worden gebracht in het jaar waarin de backservice verplichting ontstaat.  Zie ook: www.pensioenweetjes.nl/pagina10.html

Jaren zeventig (en/of zestig of nog eerder):
Toezegging door de werkgever aan de werknemer door middel van eindloon (Final Pay).

Eindloon - Dienstjaren vanaf datum in dienst x % van het laatstgenoten salaris op de pensioendatum

Jaarlijks werd de fiscale backservice verplichting berekend. De werkgever passiveerde deze backservice verplichting op zijn balans. Het geen naar mijn mening betekende dat de verplichting afgetrokken werd van de Verlies- en Winstrekening voor berekening van belastingen.

Het ging immers om het reserveren van premies/premiekoopsommen voor schulden (ontstaan door het verhogen van de pensioengrondslag met terugwerkende kracht tot datum in dienst die in de toekomst zonder meer nog betaald diende te worden.

Als iemand vervolgens uit dienst trad, kreeg deze minimaal de aanspraken mee op basis van de voor en door hem betaalde premies. Als sprake was van financiering tegen gelijkblijvende premies, en er was sprake van een regelmatige (lichte) stijging van het salaris, dan was er veelal geen sprake van een backservice-achterstand. Als het salaris stijgt in een hoger tempo of sprake was forse stijgingen, ontstond al snel een achterstand in de backservice!

Dat was anders als sprake was van een inkoopsysteem, waarbij het pensioen ingekocht werd op basis van de 65-x methode!

Werkgevers hebben, in ieder geval, als sprake was van een inkoopsysteem, daardoor tot het moment dat de PSW wijzigde
per 1 augustus 1987 jarenlang premie(koopsommen) in mindering gebracht op de Verlies- en Winstrekening en op deze wijze naar mijn mening miljoenen verdiend over de rug van al die werknemers vanaf de jaren zestig tot .......!

Kortom door de Nederlandse werkgevers werd een eindloon toezegging gedaan, maar als je voor 1 augustus 1987 uit dienst trad, dus ruim voor je pensionering heb je niet altijd die aanspraken meegekregen waar je recht op had.

Zie: Artikel 8 lid 1 tot en met 4 van de PSW – www.pensioenweetjes.nl/pagina2.html

Korte weergave wijziging PSW met ingang van 1 augustus 1987:
Art 8 lid 2 – Recht op evenredig ouderdomspensioen
Art 8 lid 3 – Minimaal aanspraak op pensioen op basis van de tot dan door en voor hem betaalde verschuldigde bedragen
Art 8 lid 4 – Uitstelfinanciering toegestaan. Achterstand in de financiering mocht de werkgever tot 01.01.2000  inlopen.

Wanneer werd artikel 8 lid 3 toegepast boven artikel 8 lid 2 van de PSW
Op mijn website Pensioenweetjes heb ik zowel voor het Eindloonsysteem op basis van gelijkblijvende premie voor een man vanaf zijn 25-jarige leeftijd tot aan zijn pensionering een pensioenschema ingevoerd, waar ik van jaar tot jaar laat zien, hoe zijn pensioen groeit en wat de bruto premie was, die daar tegenover gezet werd. In de laatste twee kolommen heb ik zowel het premievrij opgebouwde pensioen op basis van de tot dat moment betaalde premies vermeld, als wel het pensioen dat volgens de toezegging opgebouwd had moeten zijn.
Hieruit blijkt dat als tegen gelijkblijvende premie gefinancierd is en er is altijd sprake geweest van lichte stijgingen in het salaris, het opgebouwde pensioen op basis van de tot dat moment betaalde premies veelal altijd hoger is, dan de toezegging. Hetgeen impliceert dat op dat moment artikel 8 lid 3 van toepassing is.

Met ingang van 1 januari 2000 werd door onze wetgever uitstelfinanciering verboden.
Werkgevers die de achterstand tot 01.01.2000 nog niet volledig hadden ingelopen, kon uitstel worden verleend tot 01.01.2010. De Nederlandsche Bank kon zelfs een langere periode toestaan, doch nooit langer dan 15 jaar, dus uiterlijk tot 1 januari 2015.

Waarom was de wijziging van de PSW per 1 augustus 1987 nodig?
Zou het zo kunnen zijn dat onze wetgever geconstateerd had dat werknemers ingeval van uitdiensttreding niet die aanspraken meekregen waar ze recht op hadden?

Siemens(scheiding 01.08.1994) : Gaf als antwoord dat de aanspraken werden bepaald op basis van de voor en door werknemer betaalde premies. Waarom is het Bijzonder Partnerpensioen dan eigenlijk afgefinancierd?

WG:Interselling Vita Nova/Zwitserleven (scheiding 05.04.1990): Bracht de koopsom voor het Bijzonder Nabestaandenpensioen eerst mei 1997 in mindering op de spaarpot van de heer v.d. H. Klopt dat eigenlijk wel?

Klopt het nu dat de ex van mevrouw M.W. mede gedupeerd is in zijn pensioen, omdat de koopsom eerst vele jaren later uit zijn spaarpot gehaald is? Is het Ouderdomspensioen van de heer v.d. H. ooit wel afgefinancierd?

Koopman International B.V./Nationale Nederlanden (scheiding 02.11.1988):
De ex van H.S. is verzekerd bij Nationale Nederlanden. In 1990 heeft Nationale Nederlanden verklaart dat de contante waarde van het weduwepensioen de waarde van het ouderdomspensioen oversteeg, zodat er geen pensioenverrekening meer hoefde plaats te vinden. In 2013 heeft Nationale Nederlanden mondeling verklaart bij monde van de heer B.J. dat de backservice op het Bijzonder Weduwepensioen eerst in 2007 is afgefinancierd.

Op 12.10.2015 verklaarde NN dat ze mochten vasthouden aan art. 8 lid 2 van de PSW. Verwezen naar art. 8 lid 3. Ondanks dat bleven ze bij hun standpunt. Dossier op 14.10.2015 verstuurd naar de Ombudsman Pensioenen. Ben uitermate nieuwsgierig naar het antwoord van de Ombudsman Pensioenen, zeker gezien het dossier H.O.
2015.12.02 Ombudsman Pensioenen verwijst naar uitstelfinanciering. Een uitermate merkwaardig antwoord, want van uitstelfinanciering was reglementair geen sprake, volgens het pensioenreglement van deze werkgever!

Als een werkgever jaarlijks de backservice passiveerde op de balans, dat kon dat toch alleen maar, als de werkgever de intentie had op bijvoorbeeld het moment van uitdiensttreding de backservice alsnog volledig af te financieren?

Kan het ook zo zijn dat de PSW met ingang van 1 augustus 1987 gewijzigd is, omdat onze regering vastgesteld had, dat werkgevers/pensioenuitvoerders ondanks de eindloontoezegging geen afgefinancierde aanspraken meegaven op het moment van uitdiensttreden?
Waarschijnlijk was de backservice achterstand dusdanig dat als werkgevers/pensioenuitvoerders op dat moment voor alle uit dienst getreden werknemers de backservice alsnog hadden moeten inkopen, een groot aantal werkgevers failliet gegaan zouden zijn. Als reddingsmiddel mocht daarom de uitstelfinanciering toegepast worden!

Achterstand in de financiering tast echter de rechten niet aan. Achterstand in de financiering is een zaak van de werkgever en mag zeker niet van invloed zijn op de vermogensrechtelijke verdeling tussen ex-partners.
Zie dossier Siemens/PME. Uitstelfinanciering diende wel gereglementeerd te worden

Waarom ligt Siemens/PME dwars? (Zaak H.O.)
Waarom ligt PME dwars? (Zaak H.O.)
Waarom ligt Nationale Nederlanden dwars? (Zaak H.S.)
Waarom werkt de Ombudsman Pensioenen niet mee?
Waarom weigert de door de Ombudsman aangeschakelde pensioenadvocaat zijn medewerking?

Al deze dwarsliggers zetten je aan het denken. Je weet dat je gelijk hebt en toch krijg je geen gelijk. Waarom?

Is dat de reden waarom Siemens/PME en Nationale Nederlanden zich zo opstellen?  Wat is er aan de hand? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen. Tot 1 augustus 1987 werd door werkgevers weliswaar een eindloontoezegging gedaan, maar de aanspraken op het moment van uitdiensttreding en daarmee echtscheiding werden bepaald op de voor en door werknemer betaalde premies.

Ook na 1 augustus 1987 werden door Nationale Nederlanden en Vita Nova/Zwitserleven ingeval van uitdiensttreding bij eindloontoezeggingen aanspraken meegegeven op basis van de voor en door werknemer betaalde premies.

Kennelijk hebben alle pensioenuitvoerders zich niet gerealiseerd wat de impact was van de wijziging in de Pensioen- en SpaarfondsenWet van 1 augustus 1987.

Dit besef is eerst na de wijziging in de Wet per 1 januari 2000 of zelfs veel later, gezien het eerst vele jaren na 1 januari 2000 alsnog inkopen of affinancieren van het Bijzonder Partnerpensioen,  tot alle pensioenuitvoerders doorgedrongen. (zie dossier H.S. en M.W.)

In relatie tot het hele scheidingverhaal in samenhang met pensioen, kom ik er eigenlijk achter, dat de gehele problematiek met betrekking tot o.a. het Siemens verhaal (dossier O.) en nu recent weer de weigerachtige houding van Nationale Nederlanden (dossier H.S.) hier kennelijk op terug te voeren moet zijn. Zou Siemens de backservice ook gepassiveerd hebben op de balans en jarenlang de pensioenen bij uitdiensttreding niet afgefinancierd hebben?

Ik vind het schrijnend dat mevrouw O. na 23 jaar huwelijk geen rooie cent uitgekeerd krijgt van haar ex-partner die weigert om een paar honderd euro per maand aan haar uit te keren, zodat ze kan blijven wonen in een omgeving waar ze gewoon recht op heeft. Mevrouw O. heeft na het bereiken van haar pensioendatum haar huis moeten opgeven omdat ze dat niet meer kan betalen. Woont (tijdelijk) op een kamer bij vrienden omdat ze met haar beurs geen passend huis of appartement kan vinden.

Zo moeten er honderden wellicht duizenden mensen in Nederland wonen, die dit zelfde meegemaakt hebben. Hoe deze mensen te bereiken om hetgeen wat krom is alsnog recht te kunnen zetten!

Hoe bereik je al deze mensen? Hoe dwing je werkgevers en/of pensioenuitvoerders en niet te vergeten ex-partners hier hun medewerking aan te verlenen? Hoe?

En wie hebben er nu gemalverseerd?  Alle werkgevers? Alle pensioenverzekeraars?

Maar wie zijn mede verantwoordelijk? Onze regering? De verantwoordelijke minister? De Ombudsman Pensioenen? Tussenpersonen?

Wie zijn/waren hier allemaal van op de hoogte? Waarom is dit nog nooit naar buiten gekomen? 

Is dit ook de reden dat werkgevers eerst rond 2000 begonnen te roepen dat eindloonregelingen onbetaalbaar werden?

En dan nog dit:
Artikel 3.28 Wet IB 2001 stelt nog een wat merkwaardige aanvullende voorwaarde. Bij de berekening van de pensioenlasten moet worden uitgegaan van een rekenrente van minimaal 4%. Sinds 1999 zijn verzekeringsmaatschappijen verplicht om hun tarieven te baseren op een rekenrente van 3%.

Waarschijnlijk is de wetgever vergeten artikel 3.28 wet IB 2001 aan te passen aan de voorschriften van de Nederlandsche Bank.

PensioenScheiden

Voorgaande aanpassingen: 1 mei 2018, 22 maart 2020

Laatstelijk aangepast: 24 maart 2020

 

Terug naar Pensioenscheiden